De gewezen zonechef van de Dendermondse politie Paul Putteman (66) beet zich al geruime tijd vast in de situatie van de duizenden Belgische militairen die gedurende de Eerste Wereldoorlog geïnterneerd werden in Nederlandse kampen. Met “Ongewilde gasten, gehavende zielen” brengt Putteman dat onthutsend verhaal nu in boekvorm.
Geschiedenis is voor de ex-politiechef al een paar jaar de nieuwe liefde. Na zijn pensionering studeerde hij geschiedenis aan de UGent. Tijdens deze opleiding werkte hij vooral rond de Eerste Wereldoorlog en de periode die daaraan voorafging. Wat er in de Nederlandse kampen gebeurde is ook een familieverhaal. “Mijn grootvader verbleef in Zeist in een kamp. Daar vielen bijvoorbeeld acht doden en achttien gewonden toen Nederlandse militairen schoten op de Belgische geïnterneerden. Ook dat incident komt in het boek ter sprake…”
Paul Putteman beet zich vast in de gebeurtenissen van iets meer dan 110 jaar geleden wanneer op 10 oktober 1914 de vestingstad Antwerpen valt. Ongeveer 40.000 Belgische militairen, tientallen uit onze regio, vluchten naar Nederland om te ontkomen aan Duitse krijgsgevangenschap. Ze worden er voor de rest van de oorlog geïnterneerd. Tot op het einde van de oorlog verbleef een groot deel onder hen in schrijnende omstandigheden in kampen. Putteman schetst het verhaal aan de hand van documenten en foto’s. Hij gaat ook in op wat de Nederlandse en Belgische regeringen en militaire overheden (niet) deden om het lot van de geïnterneerden draaglijk te maken.
Het 288 pagina’s tellend “Ongewilde gasten, gehavende zielen” is uitgegeven bij de bij Standaard Uitgeverij horende Uitgeverij Ertsberg.
