Dendermonde – Hebben we genoeg ruimte om te ondernemen in de regio, vraagt de intercommunale DDS zich af nu de vrederechter de onteigeningen in het kader van het nieuwe bedrijventerrein Hoogveld I niet ontvankelijk verklaart.
“ Het verdict is hard: de vrederechter verklaart de onteigening niet ontvankelijk en gaat akkoord met een partij die de hoogdringendheid betwist”, aldus DDS-woordvoerder Anika Buyst.
“Met de verkoop van de laatste percelen in de ambachtelijke zone in Dendermonde enkele jaren geleden en de uitverkoop van Baasrode Steenkaaistraat, Lebbeke D’Helst en Hamme is er in de regio geen vierkante meter bouwrijpe grond voor kleinere lokale bedrijven tot 5.000 vierkante meter voorradig. DDS en het Dendermondse stadsbestuur zagen dit reeds enkele jaren geleden aankomen en namen in 2001 de beslissing om er voor te zorgen dat er ten westen van de N41 aan Vlassenhout een nieuwe lokale zone zou komen.”
Geen hoogdringendheid
DDS startte in december 2011 – nadat het de onteigeningsmachtiging werd verleend – de onderhandelingen met de laatste 40 eigenaars die hun grond nog niet hadden verkocht. Het doel was een aankoop in der minne.
“Dit is verplicht alvorens men kan overgaan tot de gerechtelijke onteigening”, aldus Anika Buyst. “De gerechtelijke onteigening werd opgestart. Na een eerste afstapping ter plaatse in november 2012 werd besloten om de pleidooien vast te leggen voor maart 2013. Tot zijn grote verbazing stelde DDS vandaag vast dat de vrederechter de onteigening niet ontvankelijk verklaart, omdat er geen hoogdringendheid zou zijn.”
De rechter motiveert zijn antwoord door te verwijzen naar “het feit dat het sinds 2009 te lang geduurd heeft om tot de gerechtelijke onteigening over te gaan en er geen verantwoording kan gevonden waarom de ‘administratieve overheid’ (in casu de bevoegde Vlaamse minister) er enkele maanden over gedaan heeft om de onteigeningsmachtiging af te leveren.”
“Ik begrijp dat de vrederechter reageert op de langdurige procedures die moeten doorlopen worden voor het opmaken van een Ruimtelijk Uitvoeringsplan, het opmaken van onteigeningsplannen, het bekomen van onteigeningsmachtiging en de vele administratieve stappen die daartoe moeten gezet worden ingevolge Vlaamse en Europese regelgeving. Het feit dat al deze stappen moeten gezet worden, nu als bewijs gebruiken om te zeggen dat er geen dringende nood is aan een nieuwe lokaal bedrijventerrein, is echter moeilijk te vatten”, Kris Verwaeren, algemeen directeur van DDS.