Dendermonde – De Werkgroep Cultureel Patrimonium van Dendermonde verzet zich met klem tegen het het afschaffen van het Dendermonds archeologisch team. Dat doet de werkgroep in een open brief aan het college van burgemeester en schepenen.
De werkgroep argumenteert dat er nog genoeg te onderzoeken is in Dendermonde. Dat “in het College van Burgemeester en Schepenen (en de gemeenteraad) enkele leden met een sterke geschiedkundige vorming en -achtergrond”, maakt de zaak voor de werkgroep onbegrijpelijker. De werkgroep vraagt dan ook aan het stadsbestuur van Dendermonde om de beslissing te herzien.
Lees hieronder de volledige brief.
OPEN BRIEF AAN HET COLLEGE VAN BURGEMEESTER EN SCHEPENEN VAN DENDERMONDE. KRITISCHE BESCHOUWINGEN IVM DE AFSCHAFFING VAN HET DENDERMONDS ARCHEOLOGISCH TEAM EN HET ONTSLAG VAN HAAR DRIE PROJECTARCHEOLOGEN.
De Werkgroep Cultureel Patrimonium Dendermonde, in bijzondere vergadering bijeen op donderdag 29 november 2007, besprak de door het College van Burgemeester en Schepenen voorgenomen afschaffing wegens besparingen van het Dendermonds Archeologisch Team (DAT) en met haar het ontslag van drie projectarcheologen. Op deze bijzondere vergadering werd uitzonderlijk, wegens voor de hand liggende redenen, geen enkel administratief diensthoofd uitgenodigd.
De Werkgroep Cultureel Patrimonium Dendermonde protesteert met klem tegen deze afschaffing en ontslag wegens volgende redenen:
- De zogenoemde besparing is slechts een peulschil in de totaliteit van de stadsbegroting en is bovendien geen echte besparing aangezien een deel van het budget van het DAT met middelen uit een andere deelbegroting wordt gefinancierd.
- Het argument, als zouden er geen projecten meer zijn in Dendermonde strookt niet met de realiteit. In het stadscentrum, zelfs daarbuiten, zijn ettelijke sites te noteren die op termijn zouden kunnen in aanmerking komen voor (bodem-)onderzoek. Zo zijn er bijvoorbeeld de Ruimtelijke Uitvoeringsplannen van o.a. het Hoogveld I en II, het Oud Klooster, het Krijgshospitaal (Heldenplein), Epicentrum (Oude Vest-Leopoldlaan, Noordlaan-Kasteelstraat en Sas-Prudens Van Duysestraat), de kerkvloer van de Onze-Lieve-Vrouwekerk en de te vernieuwen rioleringen in heel Dendermonde. Er is dus nog voor jaren onderzoek voorhanden, om maar te zwijgen over het toezicht op – en het opvolgen van kleinere bouw- en renovatieprojecten.
- De expertise die door het DAT gedurende 5 jaar met ijver en gedrevenheid werd opgebouwd wordt met dit ontslag meteen overboord gegooid en dus niet verder aangewend om de geschiedenis van onze stad verder aan te vullen.
- De wetenschappelijke publicaties, die reeds ten dele voorbereid en gepland werden, zullen geen doorgang meer vinden, de massa gevonden artefacten zal niet meer bestudeerd en geïnventariseerd worden en belanden in de vergeethoek.
- Sinds de belangrijke opgravingen en ontdekkingen op de site van het Oud Klooster (de eerste bewoning in Dendermonde) in de jaren dertig en vijftig van vorige eeuw, bleef de ondergrond van Dendermonde nagenoeg onaangeroerd. Het DAT vormt echter in haar zeer jonge bestaan een niet meer weg te denken instantie waarvan de verwezenlijkingen en ontdekkingen zelfs reeds het lokaal belang in belangrijke mate overstijgen.
De Werkgroep Cultureel Patrimonium Dendermonde stelt tot haar verbijstering en ontsteltenis vast :
- dat de maatregel getuigt van kortzichtigheid en bijgevolg gebrek aan termijnvisie. Hij is derhalve geen voorbeeld van een coherent en doordacht bestuur, met oog voor differentiatie.
- dat ondanks het feit dat in het College van Burgemeester en Schepenen (en de gemeenteraad) enkele leden met een sterke geschiedkundige vorming en -achtergrond fungeren dergelijke beslissing wordt genomen. Daarom is deze maatregel des te meer een miskenning van het belangrijk draagvlak voor deze materie en van het DAT in het bijzonder.
- dat het DAT, aanvankelijk graag gebruikt als een (spotgoedkoop) paradepaardje voor de stad en haar gezagsdragers, nu bruusk van de kaart wordt geveegd onder het mom van een belangrijke besparing.
- dat het stadsbestuur niet bij machte is om de continuïteit van het DAT, hetzij met de huidige bezetting, hetzij afgeslankt te bestendigen en zodoende een minimumdienst te behouden, zoals die in ettelijke andere, zich in de omgeving bevindende provinciesteden een evidentie is geworden.
- dat andere provinciesteden, zoals bijvoorbeeld Menen, Ieper, Mortsel enzovoort, die een ernstige en duurzame visie hebben op erfgoed; herhaalde pogingen deden om Dendermonde mee te krijgen in een verantwoord en niet meer terug te schroeven proces dat zich in ettelijke steden en gemeenten voltrekt. Het bleef vanuit Dendermonde echter bij veel beloften en goede voornemens, doch momenteel niets concreets en duurzaam (cfr de vergadering met de bestendig afgevaardigde, de burgemeester en de schepen van cultuur in het voorjaar van 2007).
- dat de eerste de beste schietschijf andermaal deze is van het cultureel patrimonium en hiermee de cultuurbegroting, voor een belachelijk geringe besparing.
- dat, terwijl het stadsbestuur blijkbaar zoekt naar een intergemeentelijke samenwerking in verband met erfgoed, waarin als doekje voor het bloeden een archeologisch luik zou opgenomen worden, deze maatregel het slechtst mogelijke signaal is dat naar de omliggende, eventueel geïnteresseerde gemeenten kon gegeven worden.
De Werkgroep Cultureel Patrimonium Dendermonde verzoekt het College van Burgemeester en Schepenen dringend en met aandrang haar beslissing te herzien en bijgevolg het DAT alleszins, desnoods zij het afgeslankt, te bestendigen.
Zij benadrukt eveneens nogmaals het sociale aspect van deze maatregel en wenst bij deze het Dendermonds Archeologisch Team evenals de stagiairs en de onbaatzuchtige helpers van het eerste uur, de heren Pieter D’Hooghe en Frans De Smet van harte proficiat met hun vijf jaar onderzoek en verwerking van een deelaspect van ons rijke verleden.
Dendermonde, 29 november 2007
De Werkgroep Cultureel Patrimonium
2 reacties
Ik kan de werkgroep Cultureel Patrimonium alleen maar gelijkgeven. De stadsarcheologen kunnen zich de volgende jaren voldoende bewijzen op alle sites die zullen aangeboord worden. Misschien vreest men echter dat opgravingen met waardevolle vondsten geplande werken zullen vertragen?
Ik deel eveneens de mening, ik was ontgoocheld toen ik dit hoorde. Op het cultuurontbijt werd er o.a. gevraagd naar een reglementering dat wie in de stad gaat graven verplicht een onderzoek laat uitvoeren door archeologen, moesten ze dat toepassen zouden ze meteen meer werk hebben en wie weet wat ontdekken we allemaal. Dendermonde heeft een rijk bodemarchief daar horen archeologen bij om dat op te graven.
Nu ja, dit alles kadert in het plan van de besparingen bij het stadsbestuur. Gepensioneerden worden niet meer vervangen en de ploeg wordt kleiner, met alle gevolgen van dien. Je moet nu eens werken laten uitvoeren door het stad, je kan er lang op wachten omdat de diensten onderbemand zijn.