Zoeken

Ga lachend door het leven

Patrick De Smet kennen we vooral als de goedlachse percussionist van Night of the Proms. Patrick is geboren en getogen in Baasrode, maar woont sinds enkele jaren in het rustige Mespelare. Beroepshalve is Patrick artistiek directeur van de muziekkapellen van Defensie. Daarnaast maakte hij wereldwijde naambekendheid als muzikant, componist én dirigent.

Patrick, hoe gaat het met je?
Patrick De Smet: “Goed, ik ben al jaren gelukkig getrouwd en heb twee fantastische kinderen. Nu zit ik wel in een drukke periode. Night of the Proms in België zijn afgelopen, maar we trekken nog naar Nederland en daarna op tournee doorheen Duitsland. Ondanks deze drukke periode komt mijn gezin steeds op de eerste plaats.”

Met wat ben je naast de Proms en Defensie zoal bezig?
PDS: “Ik heb nog behoorlijk wat bezigheden hoor. Eerst is er ‘The Symphonic Factory’, een eigentijds belorkest, dat ik zelf heb opgericht en waar ik de dirigent van ben. Ik beschouw dit project als mijn ‘kindje’. Er gaat héél wat aandacht naar toe. Ik ben ook nog bezig met het theaterproject ‘Melo Ritmo’, samen met Carlo Willems. Daarnaast schrijf ik nummers met en voor Chris Thompson, voor zijn nieuwe full-cd.”

Hou je er nog hobby’s op na?
PDS: “Ik stop veel tijd in mijn gezin. Ik volg de kindjes bij het tafeltennissen, turnen en paardrijden. Daarnaast verbouw en renoveer ik graag, hoewel ik er niets van ken. Dit zal ik dus maar als een hobby beschouwen zeker?”

Wat herinner je jou uit je kindertijd?
PDS: “Als vierjarige jongen speelde ik al muziek bij de harmonie van mijn vader. Hij zorgde er ook voor dat ik al naar de muziekschool kon gaan. Het volgen van de lessen notenleer was een avontuur. Ik kon nog niet lezen of schrijven, maar zat iedere week in de les. Mijn zusje kwam op het einde van de les alles overschrijven van het bord. Thuis werd me dat dan voorgelezen en aangeleerd. Dit alles maakte dat ik op twaalfjarige leeftijd mijn hogere graad behaalde in de muziekacademie.”

Hoe beleefde je jouw jeugd? Hoe verliep je schoolse leven?
PDS: “Ik volgde mijn humaniora op het Heilige Maagdcollege. Ik had een drukke tijd. Ik speelde in vele harmonieën en orkesten en ging nog naar de muziekschool als vrije leerling. Ik speelde ook al bij een balorkest en deed op 14-jarige leeftijd al tv- en radio-opnamen. Daarnaast was ik nog vrij intensief met sport bezig. Op het college zat ik in verschillende schoolploegen, daarnaast deed ik nog aan competitie tafeltennis op een behoorlijk niveau.”

Had je nog tijd om te studeren? Waren je resultaten wel goed op school?
PDS: “Ik volgde Wetenschappelijke B en ben daar zonder problemen doorgeraakt. Ik rekende wel veel met mijn punten. Zo had ik na het laatste rapport dagelijks werk, mijn jaartotalen eens uitgerekend en berekend hoeveel ik telkens nog moest halen op de examens om er door te zijn. Ik was die toen vergeten uitgommen. De leerkracht bedankte me met de rapportbedeling omdat ik zelf al behoorlijk juist mijn punten had ingevuld. Ik zat er dus nooit ver naast en heb daarin eigenlijk veel geluk gehad.”

Waarom koos je uiteindelijk voor het conservatorium?
PDS: “Ik weet niet, ik heb eigenlijk nooit een ander idee gekend. Ik wou altijd al muzikant worden en die beroepsdroom is nooit gewijzigd. Ik ben wel blij dat ik voor de humaniora koos in het college i.p.v. de kunsthumaniora. Ik ken nu mijn talen goed en bezit ik ook de nodige kennis en capaciteiten om mijn taak als artistiek directeur op Defensie te vervullen.”

Hoe kwam je eigenlijk zo jong al terecht bij het orkest van Night of the Proms?
PDS: “Op mijn zestiende, werd ik gevraagd als slagwerker bij het symfonische orkest van de toenmalige BRT, van daaruit werd ik gevraagd voor een concert in Antwerpen met het Filharmonisch orkest. Dat bleek het eerste Promsconcert te zijn. De tweede editie was ik er niet bij. Toen trok ik met ‘I Fiamminghi’ o.l.v. Rudolf Werthen de weide wereld rond. Dankzij hem kwam ik een jaar later opnieuw bij het Promsorkest, waar ik nooit meer weg ging. Dankzij de organisator werd ik dan toegevoegd aan de John Miles Band. Sindsdien zit ik in de vaste kern van Night Of The Proms. Samen met Robert Groslot en John Miles geef ik advies over het programma en maak ik arrangementen.”

Hoe kijk je terug naar je eigen (succesvolle) leven?
PDS:“Ik heb het geluk gehad dat ik nog nooit iets hoefde te doen om iets te kunnen bereiken. Ik werd en wordt altijd gevraagd en moet nooit zelf achter werk zoeken. Ik bekijk mijn leven eigenlijk als een rivier met vele vertakkingen. Ik zit op een boot en bepaal zelf hoe ik vaar, welke tak ik insla, zonder te weten welke tak me te wachten staat.”

Wat zijn je toekomstplannen? Welke riviertak zou je nog willen tegenkomen?
PDS: “Ik heb als muzikant de hele wereld gezien, maar stond nog nooit op het podium van cultuurcentrum Belgica. Ik zou daar héél graag ook eens optreden. Hopelijk willen ze de vernieuwde versie van ‘Melo Ritmo’ eens programmeren. Een andere droom is om met ‘The Symphonic Factory’ in Dendermonde eens een groots project (in openlucht) te brengen. We traden al op in Brussel voor de koning en 70.000 mensen, waarom dan niet eens hier? Daarnaast wil ik hiermee ook naar het buitenland, want wat kunnen we hier nog meer bereiken dan die 70.000 mensen op de Nationale Feestdag? Naar de latere toekomst zou ik willen eindigen met mijn gezin op een boot in het Zuiden van Frankrijk, om dan eens écht te kunnen varen doorheen de blauwe zee”.

Welke boodschap wil je tenslotte aan onze lezers meegeven?
PDS: “Mensen, blijf positief ingesteld en ga lachend door het leven. Lachen helpt!”

Select 2022Select 2022

Meer nieuws

Geef een reactie