Grembergen – Op een aantal zomereiken in Grembergen-broek werd de processierups aangetroffen. Het gaat om bomen in de Voortweg langs de binnendijk en op eiken in de Zogsebaan. Het Provinciaal Centrum voor Milieuonderzoek Oost-Vlaanderen volgt de evolutie op de voet en onderzoekt de mogelijkheid om via een nieuwe bestrijdingsmethode het probleem aan te pakken.
Het is aan te raden om een aantal voorzorgsmaatregelen te nemen om schadelijke gevolgen voor de gezondheid te voorkomen. Lees hierover verder meer…
Het gezondheidsprobleem van deze eikenprocessierups schuilt in de talrijke microscopisch kleine brandharen (een tiende van een millimeter), die vanaf het derde larvale stadium (vanaf mei) gevormd worden en die een actief verdedigingsmechanisme voor de soort vormen. De brandharen hebben een karakteristieke pijlvorm met weerhaakjes. Door hun bijzondere vorm kunnen zij gemakkelijk de oppervlakkige lagen van huid, ogen en bovenste luchtwegen binnendringen. Na contact met de huid ontstaat binnen de acht uur een pijnlijke, rode huiduitslag met hevige jeuk.
Blootstelling aan de brandharen van de rupsen vindt vooral plaats via inademing of via huidcontact en in mindere mate via een direct contact met de rupsen zelf. Vooral vanuit (al of niet oude) nesten worden brandharen passief met de wind meegevoerd. Ze kunnen in de maanden juni, juli en augustus overlast bij de mens veroorzaken. Door trilling van verkeer kunnen deze haren eveneens vrijkomen uit de nesten en verspreid worden in en onder de aangetaste bomen. Op plaatsen waar de eikenprocessierups reeds verscheidene jaren voorkomt, werd vastgesteld dat brandharen in grote hoeveelheden tot 10 meter ver van de aangetaste bomen werden aangetroffen. Daarnaast is gebleken dat deze brandharen zeer moeilijk afbreken en vijf jaar lang actief blijven, waardoor haren van oude dode rupsen of in oude spinselnesten een blijvende bron zijn van irritatie. Tevens kan een met brandharen besmette kleding een bron van overdracht van deze haren zijn naar andere mensen.
Gelieve daarom volgende voorzorgsmaatregelen in acht te nemen.
In de directe omgeving van deze bomen is het aan te raden te zorgen voor een goede bedekking van de hals, armen en benen en best niet op de grond gaan zitten.
Direct contact met rupsen, (oude) brandharen, spinselnesten en vervellingshuiden dient zoveel mogelijk te worden vermeden: denk aan spelende kinderen, loslopende honden, eventueel in de nabijheid grazende koeien, paarden (zijn blijkbaar zeer gevoelig voor deze netenharen) en schapen.
U mag na aanraking van de rupsen of haren niet gaan krabben of wrijven, maar de huid of ogen snel goed wassen of spoelen met water. Kleren dienen steeds warm (60°C of meer) te worden gewassen en eventueel gedroogd in een droogkast.
In aangetaste gebieden zijn enkele voorzorgsmaatregelen te nemen, vermits de brandharen gemakkelijk verspreid worden door de wind:
• Van mei tot september de was niet buiten laten drogen.
• Groenten uit de tuin zorgvuldig wassen.
• Enkele dagen voor het maaien van het gazon het gras besproeien met water zodat de brandharen diep in de grond kunnen doordringen.
• Kinderen niet buiten laten spelen in de nabijheid van een aangetaste boom. Op grotere afstand kunt u hen beschermen met lange mouwen, lange broekspijpen, een pet en eventueel een zonnebril.
Het vermijden van contact is zeer belangrijk voor personen die reeds in aanraking kwamen met de eikenprocessierups omdat bij elk hernieuwd contact de reacties heviger kunnen worden. Dit geldt vooral voor mensen die beroepshalve veel tijd doorbrengen in geteisterde gebieden (maaien van de bermen, ook bij snoeiwerk van deze eiken en het struikgewas) in het najaar. De noodzakelijke bescherming is dan het dragen van persoonlijke beschermende kledij zoals rubberen handschoenen en laarzen, volledige overal, stofmasker en -bril.
In de toekomst overweegt het stadsbestuur in overleg met de provincie een preventieve bestrijding op de acute plaatsen.
Voor meer informatie over deze aangelegenheid kunt u contact opnemen met Tarcy Verstraeten, stedelijke dienst groen en natuur, tel. 052 25 11 26. Er is ook een informatiefolder beschikbaar van de Vlaamse Gemeenschap, team Gezondheidsinspectie.